Wij zijn zo bereid om onze kinderen uit te leggen waarom iets is. Maar wist u dat waarom samenhang is. Samenhang tussen oorzaak en gevolg. En samenhang is nu net waar kinderen met autisme zo’n moeite mee hebben. Even een voorbeeld wat mij vorige week overkwam.
Onze zoon (PDD-NOS 15 jaar) komt boos thuis uit school. En niet mis te verstaan :hij is heel boos, ja, wel, op onze koningin. Hij heeft op school namelijk op het jeugdjournaal gezien dat de koningin de kraan heeft opengedraaid waardoor het land van 10 boeren is onder gelopen. En hij is vòòr de boeren: hij wil later ook boer worden. Als er iets is tegen de boeren reageert hij direct! Maar hoe ga je daar nou mee om? Hij boos en een situatie die niet te veranderen is!
Uitleg oorzaak – gevolg:
Ik kan hem het waarom uitleggen. Dat dat nodig is omdat we teveel water hebben, dat het goed is voor het toerisme. Dat daar straks huizen komen. Dat de boer daar geld voor krijgt. Dat de regering dat besloten heeft….etc Maar met deze hoeveelheid woorden, die voor ons allemaal verband met elkaar houden en de situatie daarom verklaren, kan hij niets. Hij wordt er alleen nog maar bozer van. Dan vraag ik teveel inzicht in het grote geheel overzien van hem.
Uitleg op gevoel:
Oh joh, maak je toch niet zo druk. Die boeren vinden dat niet erg die krijgen daar veel geld voor. Mensen vinden het toch leuk om straks op dat meer te surfen en zeilen. Het is net of hij mij niet hoort. Hij blijft maar opnieuw komen met vragen rondom deze kwestie. Uitleg op gevoel glijdt zo langs hem heen. Hij kan er niets mee.
Wat wèl:
Hij begrijpt het beste de uitleg op feiten: De ijsbergen smelten dat water gaat naar de zee. Dat heeft hij al op school geleerd. Daarom maken mensen ook meren om het water in te laten lopen. Nu moeten er 10 boeren weg om een meer te maken anders verdrinken straks 15 miljoen Nederlanders.
Wat is beter:
Hij heeft even denktijd (puzzeltijd) nodig en kan dan op basis van cijfers (feiten) zeggen: 10 boeren is beter! Hij heeft weer rust! Wachten… Wij kunnen ons haast niet voorstellen hoe het voor een kind met autisme is om even niets te doen te hebben. Te moeten wachten. Je zou een dergelijk moment haast kunnen omschrijven als “drijfzand”. Het kind raakt alle vaste grond onder zijn voeten kwijt. Een vergelijking die ik ook wel eens gebruik is die van een legpuzzel. Je hebt die puzzel kant-en-klaar in de doos en iemand geeft er een klap onder: alles raakt in de war. Het kind met autisme neemt in puzzelstukjes waar. Als alles duidelijk is heeft hij een hele legpuzzel in zijn hoofd. Het kind heeft houvast aan deze hele puzzel, dan alleen voelt hij zich veilig. De puzzel bestaat altijd uit: TAAK, HOE, TIJD, PLAATS en WIE. Met andere woorden: wat moet het kind doen, hoe, waar, met wie en wanneer. Even terug naar “niets te doen hebben”. Dan is er dus géén TAAK en dus ook geen HOE, TIJD, PLAATS en WIE. Dan zijn er dus geen stukjes en kan hij geen puzzel leggen. Dit veroorzaakt op zijn minst onrust. In het ergste geval paniek en gedragsproblemen. Aan al deze gevolgen hoef je niets te doen: dat lost het probleem niet op. Wat moet je wel doen: geef hem een TAAK. Vertel erbij HOE hij het moet doen, WAAR, WANNEER en met WIE. Want zijn negatieve gedrag wil niet anders zeggen dan: “Geef me de 5” Hiermee kun je voorkomen dat niet ingevulde tijd kliertijd wordt.
Uit de de dagelijkse praktijk:
Als een kind iets niet mag, zegt de ouder daar wat van. In de regel stopt het kind met het gedrag en de ouder is tevreden. Soms is een waarschuwing nodig als het kind dan opnieuw zijn gedrag herhaalt. Het merendeel van de ouders die ik ken zijn goede opvoeders. Toch doet het kind telkens opnieuw niet wat zij vragen. Het lijkt alsof het kind maar niet kán gehoorzamen. Als er bij dit kind sprake is van een autistische stoornis kan je het gevoel krijgen tegen dovemansoren te praten.
De tip:
Een gangbare manier om tegen het kind te zeggen wat het fout doet is om te zeggen wat het NIET moet doen. Een kind met autisme is heel vaak niet in staat om zelf te bedenken wat het dan WEL* moet doen. Of te wel: wij zijn goed in het vertellen wat er allemaal niet mag, maar vergeten erbij te zeggen wat dan wel mag. En dat is nou precies wat hij nodig heeft om te begrijpen wat je bedoelt.Het is lang niet altijd even makkelijk te verwoorden. Maar áls je (soms na lang denken) het zo kunt formuleren dat hij zegt “oké mam” en doet wat je van hem vraagt. Dan is dat een feestje op zich. Pure winst. Succes! Bedenk: oefening baart kunst en als je er eenmaal aardigheid in begint te krijgen dan komt de vaardigheid vanzelf.